Kyokushin algemeen

 

Sosai Masutatsu Oyama

Masutatsu (Mas) Oyama is geboren als Yong I-Choi op 27 juli 1923, in een dorp niet ver van Gunsan in Zuid-Korea. Op vrij jonge leeftijd werd hij naar Mantsjoerije gestuurd om te wonen op de boerderij van zijn zus. Op negenjarige leeftijd startte hij met het trainen van de Zuid-Chinese vorm van Kempo, genaamd ‘Achttien handen’ van een zekere Mr. Yi, die destijds werkte op de boerderij. Toen Oyama terugkeerde naar Korea op twaalfjarige leeftijd, vervolgde hij zijn training in Koreaans Kempo. In 1938, op vijftienjarige leeftijd, reisde hij naar Japan (piloot), om te worden wat hij altijd al wilde, Korea’s eerste gevechtspiloot. Overleven op zichzelf op die leeftijd bleek lastiger te zijn dan hij dacht, vooral als Koreaan in Japan, en zijn interesse in de pilotentraining zakte langzaam af.

 

 

Masutatsu_Oyama_being_trained

In Japan vervolgde hij zijn Martial Arts training, door deel te nemen aan Judo en Boksen. Op een dag ontmoette hij een paar studenten die bezig waren met het beoefenen van Okinawaans karate. Hij raakte hier zo door geïnteresseerd, dat hij ging trainen in de dojo van Gichin Funakoshi in de Takoshoku Universiteit. De vooruitgang van zijn training was zo goed dat hij op zeventienjarige leeftijd slaagde voor de 2e Dan. Op twintigjarige leeftijd treedt hij in bij het Japanse Keizerlijke Leger, hij was nu 4e Dan. Op dit punt kreeg hij ook serieus interesse in Judo, en zijn vooruitgang was net zo excellent. Met de tijd is hij gestopt in het trainen van Judo. Het verlies van Japan en het gebrek aan arbeid werd Mas Oyama teveel, die bijna wanhopig was. Gelukkig voor hem kwam So Nei Chu in zijn leven. Meester So, een mede-Koreaan (uit Oyama’s eigen provincie) woonde ook in Japan, en was de hoogste autoriteit betreft het Goju Ryu in Japan. Hij was bekend om zijn fysieke en spirituele kracht. Het was hij die Oyama heeft aangemoedigd om zijn leven aan de Martial Arts te wijden. Ook was hij degene die Oyama heeft aangeraden de bewoonde wereld voor drie jaar achter zich te laten, en in afzondering zijn geest en lichaam te trainen.

Masutatsu_Oyama_karate

Toen Mas Oyama 23 jaar oud was ging hij met Eiji Yoshikawa, de auteur van het boek ‘Musashi’ of waarschijnlijk ‘Go Rin No Sho’, het boek dat gebaseerd is op het leven van Japans bekendste samoerai ‘Miyamoto Musashi’. Zowel het boek als de auteur hielp Oyama om te leren over de Bushido-code en wat het eigenlijk in hield. In dat zelfde jaar, ging Oyama naar de berg Minobu gelegen in het Chiba prefectuur, dit was de plaats waar Musashi zijn Nito-Ryu stijl van zwaardvechten heeft ontwikkeld. Oyama dacht dat dit de geschikte plaats was om de training te ondergaan die hij voor zichzelf had gepland. Onder de dingen die hij had meegenomen, had hij een kopie van Yoshikawa’s boek. Een student genaamd Yashiro ging ook met Oyama mee. De eenzaamheid speelde een grote rol, en na 6 maanden is Yoshiro ’s nachts stiekem gevlucht. Nu werd het nog moeilijker voor Oyama, die meer dan ooit tevoren naar de beschaving terug wilde keren. So Nei Chu schreef hem een brief waarin hij Oyama aanraadde een wenkbrauw af te scheren om van de drang af te komen. 

Oyama wist zeker dat hij niet wilde, dat iemand hem op die manier zag. Dit alles zorgde ervoor dat Oyama besloot op de berg te blijven en zijn training voort te zetten, en hij slaagde erin de sterkste karateka van Japan te worden. Maar snel daarna vertelde een vriend van Oyama dat hij niet langer de mogelijkheid had om Oyama steunen en te voorzien van voedsel. En zo, na veertien maanden, moest hij zijn eenzaamheid in de bergen beëindigen.

Een paar maanden later, in 1947, won Mas Oyama de karate wedstrijden van het eerste Japans Nationale Martial Arts Kampioenschap na de 2e wereld oorlog. Nog steeds voelde hij de drang om zijn bergtraining van 3 jaar te voltooien. Die drang was zo groot dat hij besloot zijn leven compleet te wijden aan karate-do. Oyama begon zijn training opnieuw, deze keer op de berg Kiyozumi, ook gelegen in het Chiba perfectuur. Deze plek koos hij om de spirituele omgeving. Hij was nu vastbesloten niet meer terug te keren voordat zijn training was voltooid en ging fanatiek aan de slag, de training duurde 12 uur per dag zonder rustdagen, hij stond urenlang onder koude watervallen, brak rivierkeien met zijn blote handen, gebruikte bomen als makiwara en sprong over vlasplanten, honderden keren per dag. Ook bestede hij elke dag tijd aan de studie van oude klassieke martial arts, zen en filosofie. Na achttien maanden kwam hij volledig zelfverzekerd uit de bergen, en hij was in staat zijn leven te controleren. Nooit zal hij opnieuw zo hevig beïnvloed raken door de maatschappij om hem heen. Ook was het waarschijnlijk veilig te stellen dat zijn omstandigheden nooit meer zo slecht zullen zijn.

In 1950 startte Mas Oyama met het testen (en demonstreren) van zijn kracht door te vechten tegen stieren. Hiervan bestaan meerdere filmopnamen. Ook een muurschildering in de centrale dojo van de kyokushinkan in Tokio herinnert eraan. In totaal had hij tegen 52 stieren gevochten, drie daarvan waren op slag dood en bij 49 daarvan had hij de horens afgehakt door middel van een ‘shuto’. In 1957, op vierendertig-jarige leeftijd, was hij bijna overleden in Mexico, toen een stier hem in de rug aanviel en doorboorde. Hij was nog wel in staat om de stier van zich af te vechten en zijn horens af te breken. Hij heeft zes maanden op bed gelegen waarna hij herstelde van de bijna-fatale wond. Vandaag de dag hebben de Dieren Rechten Groepen iets te zeggen over deze voorvallen, buiten het feit dat de dieren bestemd waren om geslacht te worden.

In 1952, reisde hij naar de Verenigde Staten voor een jaar om zijn karate live en op de televisie te demonstreren. Gedurende de jaren in de VS, heeft hij alle uitdagers geaccepteerd, het waren er in totaal 270 verschillende mensen. De overgrote meerderheid zijn verslagen met slechts een stoot. Een gevecht duurde nooit langer dan drie minuten, maar hij had zelden meer nodig dan een paar seconden. Zijn gevechtsprincipe was simpel, als hij door je heen ging, dan was het over. Als hij je raakte, was je gebroken. Als je zijn stoot blokkeerde, was je arm gebroken of verplaatst. Of als je niet afweerde, dan was je rib gebroken. Hij kwam bekend te staan onder de naam ‘the Godhand’, een levende manifestatie van de Japanse krijger’ stelregel ‘Ichi geki,’, ‘Hissatsu’ of ‘Één slag meteen dood’. Wat hem betreft, was dit het middelpunt van techniek in karate. Het buitensporige voetenwerk en de ingewikkelde technieken waren naar zijn mening secundair, ondanks dat hij ook bekend was door de kracht van zijn ‘head-kicks’. In 1953 opende Mas Oyama zijn eerste ‘Dojo’, het was een grasveld in Mejiro in Tokio. In 1956 werd de eerste echte Dojo geopend in een voormalige ballet studio achter de Rikkyo Universiteit, vijfhonderd meter verwijderd van de huidige Honbu Dojo. In 1957 waren er 700 leden, ondanks het hoge opgeef-percentage, in verband met de intensiviteit en ruwheid van de training.

Kyokushinkai-6754_vsdl

Beoefenaars van andere stijlen kwamen ook om te trainen, voor de ‘jis-sen kumite’ (‘full contact’ vechten). Een van de meest oorspronkelijke instructeurs genaamd ‘Kenji Kato’ zei dat ze observeren van andere stijlen, en elke techniek onthouden die goed is in een echt gevecht. Dit was hoe Mas Oyama’s karate verbeterd werd. Hij nam technieken van andere Martial Arts, en beperkte zich niet alleen tot het karate. Het huidige wereld hoofdkwartier werd officieel in Juni 1964 geopend, met de naam ‘Kyokushinkai’, met de betekenis ‘het uiterste, de waarheid en samenwerken’. In hetzelfde jaar werd het IKO (International Karate Organization) gevestigd. Vanaf dat moment, verspreiden kyokushinkai zich over meer dan honderdtwintig landen, met meer dan 10 miljoen geregistreerde leden, wat het één van de grootste Martial Arts-organisaties ter wereld maakt. Sosai Masutatsu Oyama is overleden op 26 april 1994 ter gevolgen van longkanker, Oyama is zeventig jaar oud geworden. Vandaag de dag is de IKO, geleid door Shokei Matsui, de grootste karate-organisatie ter wereld met meer dan twaalf miljoen leden in 135 landen.

Kanji

De kanji (Japanse karakters) kalligrafie, universeel gedragen op de voorzijde van de GI, betekent gewoon “Kyokushinkai”, dat is de naam gegeven door Sosai Mas Oyama naar de karate stijl die hij creëerde. Het is samengesteld uit drie karakters: Kyoku = het uiterste. Shin = waarheid Kai = samenwerken.

background-logo

Kanku

Het symbool van Kyokushin Karate is de Kanku, welke is afgeleid van Kanku Kata, de Sky Gazing form. In deze kata worden de handen omhoog en de vingers bijeen om een opening waardoor de lucht wordt bekeken vorm. De bovenste en onderste punten van de Kanku vormen de eerste vingers van elke hand aan te raken aan de bovenkant en de duimen raken aan de onderkant, symboliseert de pieken of de uiteindelijke punten. De dikke delen aan de zijkanten geven de polsen, symboliseert macht. Het centrum cirkel vertegenwoordigt de opening tussen de handen waardoor de lucht wordt bekeken, symboliseert oneindige diepte. De hele Kanku wordt omsloten door een cirkel, symbool van continuïteit en cirkelvormige actie.

b_600_600_16777215_00_images_berichten_redkankucopy